VLAAMS SCHOOLTJE IN KOMEN
Komen (Frans: Comines) is een stadje in de provincie Henegouwen en een deelgemeente van de faciliteitengemeente Komen-Waasten sinds 1977.
Net zoals de andere deelgemeenten van de exclave Komen-Waasten behoorde Komen tot 1963 tot de provincie West-Vlaanderen.
Net
zoals Waasten ligt Komen langs de Leie, waarvan de oude
bedding de grens met Frankrijk vormt. Aan de overkant van de Leie ligt de gelijknamige
Franse gemeente Komen (Comines).
Komen
kwam begin jaren tachtig in de media naar aanleiding van de stichting van een Vlaamse school. In 1979 had een aantal ouders uit de Vlaamse
minderheid in de gemeente een aanvraag ingediend om Nederlandstalig onderwijs in te mogen richten. Zowel de burgemeester als de Franstalige minister van Onderwijs verzette zich
hiertegen, omdat de aanvraag volgens hen niet reglementair was. Ondanks
intimidatie van de ouders en tegenwerking van officiële zijde kwam de school er
in 1981 toch. Bij de opening van het schooltje in en de volgende dagen moesten
de ouders met hun kinderen spitsroeden lopen tussen scheldende Franstaligen om
de klaslokalen te bereiken. Beelden hiervan werden uitgezonden op de televisie
in de reportage De heksen van Komen (Les sorcières de Comines).
De
school maakt deel uit van het Vlaams Cultureel centrum Robrecht van Kassel en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap omdat de Franse Gemeenschap dit ondanks een wettelijke verplichting weigert.
De faciliteitengemeente
Komen overgeheveld naar Hainaut, zoals Voeren overgeheveld
werd naar Limburg. Ook deze gemeente kreeg een faciliteitenstelsel, zij het
hier met faciliteiten voor Nederlandstaligen. Wonderwel lijkt hier mogelijk wat
in de andere faciliteitengemeenten niet mogelijk bleek: de taalkundige
minderheid lijkt zich grotendeels aangepast te hebben aan de taalkundige
Franstalige meerderheid. De gemeente werd bijna volledig verfranst,
niettegenstaande het hier oorspronkelijk om een Nederlandstalige gemeente ging.
Als
taalgrensgemeente moet Komen normaalgezien instaan voor de gebouwen en gronden
van de Vlaamse basisschool. De lijdensweg van het Vlaamse schooltje in Komen
begon in 1979, toen 24 Vlaamse ouders om de oprichting van een basis- en
kleuterschooltje vroegen op basis van de aangehaalde faciliteitenwet. De
Franstalige onderwijsminister Jacques
Hoyaux weigerde. Meteen werd de aangelegenheid verheven tot een
heuse regeringszaak. Uiteindelijk mocht het schooltje er komen, in ruil voor de
omstreden autoweg Pecq-Armentières, die Komen over Vlaams grondgebied zou
verbinden met Wallonië.
In 1981
besliste onderwijsminister Philippe
Busquin echter dat het schooltje dicht moest. De Vlaamse
kleutertjes moesten op een gegeven ogenblik aan de hand van hun mama's
spitsroeden lopen langsheen hysterische vrouwen. Uiteindelijk werd beslist dat
de Vlaamse minister van Onderwijs de subsidiëring van het schooltje voor zijn
rekening zou nemen, dus tegen de wettelijke bepalingen in. Het werd
ondergebracht in de tuin van het Vlaams cultureel centrum van Komen.
Elke
bouwaanvraag voor de oprichting van schoolpaviljoenen leidde sindsdien tot
eindeloze procedurekwesties. De 23 leerlingen uit de beginperiode waren einde
1995 al met 60. Het schooltje barst uit zijn voegen, maar de bouwvergunningen
worden systematisch geweigerd door de Waalse overheid. Zo besliste de dienst
voor Stedenbouw van Mons in augustus 1995 na een negatief advies van het Komens
schepencollege, dat de Vlaamse basisschool haar gebouwen niet zou mogen uitbreiden
met een prefab gebouw. Dit was overduidelijk een drogreden, want de Franstalige
school in de onmiddellijke omgeving kreeg wel de toelating tot een
prefab-paviljoen. De dienst gaf wel te kennen dat een bakstenen gebouw wel
toegelaten zou worden. Het is echter zo dat ten eerste zo'n gebouw onmiddellijk
tien keer zoveel zal kosten, maar vooral dat de kosten niet gerecupereerd
zullen kunnen worden wanneer de school zou gedwongen worden te verhuizen. Geen
louter denkbeeldig scenario, want de school moet de grond huren, en zodra een
gepaste reden zou gevonden worden, kan de school van die grond verjaagd worden.
Gelukkig
voor de kinderen die er school moeten volgen, bereikten de Vlaamse Minister van
Onderwijs Luc van den
Bossche en zijn Waalse collega van Ruimtelijke Ordening Michel Lebrun op
4 september 1995 een akkoord, waardoor het schooltje wel zijn gebouwen kan
uitbreiden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten