MARNIXRING
De Marnixring is een van
oorsprong Vlaamse en op Vlaanderen gerichte, maar inmiddels internationale serviceclub, met afdelingen in Vlaanderen, Nederland, Zuid-Afrika en Franse Nederlanden.
De naam verwijst naar de
historische figuur van Filips van Marnix van Sint-Aldegonde, Heer van Sint-Aldegonde (1540-1598) die tal van opdrachten vervulde in dienst van Willem van Oranje. Hij verpersoonlijkt de
doelstellingen van de Marnixring.
De Marnixring werd opgericht
in 1968,
toen Frans nog de voertaal
was in de overgrote meerderheid van serviceclubs, zoals de Rotary of de Lions. Met de oprichting van een Vlaamse
serviceclub, met het Nederlands als voertaal
trachtte men hiervoor een alternatief te bieden.
Aan de wieg van de
Marnixring staat Pol van den Noortgate, uitbater van de herberg De Kalvaar te Voorde bij Ninove. Ook André Monteyne, Jos Mertens en Raymond Vindevogel behoren tot de pioniers van de vereniging.
De Marnixring heeft tot
doel de Nederlandse taal- en cultuurgemeenschap te dienen
door het verspreiden en
bevorderen van de Nederlandse taal en cultuur,
door vriendschap en
dienstbetoon onder zijn leden aan te moedigen ongeacht hun levensbeschouwelijke
en politieke overtuiging
en door het bevorderen
van solidariteit, verstandhouding en vrede door het ideaal van
dienstvaardigheid.
De Marnixring wil, boven
de partijpolitiek heen, iedereen, die bereid is de Nederlandse taal en cultuur
te verspreiden en te bevorderen, helpen deze doelstelling waar te maken.
De forumfunctie van de
Marnixring bestaat erin om organisatorische en logistieke faciliteiten aan te
bieden voor een platform, waar andere organisaties, begaan met een
problematiek, die ook de Marnixring aanbelangt, hun verschillende opvattingen
aan elkaar toetsen en tot gemeenschappelijke conclusies en zelfs strategieën
komen.
Alle serviceclubs hebben
dienstvaardigheid in hun doelstellingen ingeschreven. De Marnixring is de enige
serviceclub die de dimensie "bevorderen van onze taal en cultuur" in
zijn doelstellingen heeft opgenomen.
Het verenigingsleven van
de Marnixring krijgt vorm in elke ring in maandelijkse bijeenkomsten en andere
activiteiten en in de uitwerking van ringprojecten.
De maandelijkse
bijeenkomsten gaan gepaard met een maaltijd en meestal is een spreker aan het
woord. Partners en gasten worden uitgenodigd op de meeste activiteiten.
Een nationaal project van
de Marnixring informeerde jongeren over de geschiedenis van de Vlaamse ontvoogding. Hiervoor ontving de Marnixring de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap.
Een ander nationaal
project was erop gericht om buitenlanders die er verblijven Vlaanderen beter te
leren kennen.
Een nationaal
‘humanitair’ project ondersteunt ringen die hulp verlenen aan initiatieven ten
voordele van kansarmen in hun regio.
Een aantal ringen kent
culturele prijzen toe.
Elk jaar wordt iemand of
een organisatie die zich op een uitzonderlijke wijze verdienstelijk heeft
gemaakt, onderscheiden met de erepenning van de Marnixring.
In 2005 ontving Piet Chielens van het In Flanders Fields Museum de erepenning van de Marnixring. De vorige jaren was
de erepenning voor onder andere Ivan Mertens van Vlaanderen Vlagt, de Vlaams-Brabantse zender Ring-TV, Richard Celis en Maurits Coppieters. In
2006 werd aan de voet van het Taalmonument (Paarl/Suid-Afrika) de Marnixring
Erepenning uitgereikt aan Prof. Kotze. In 2008 werd een
Erepenning verleend aan Eric Ponette en in 2009 aan Remi Vermeiren.
De Marnixring heeft 1200
leden en telt 57 afdelingen,
die ringen genoemd worden. De ringen hebben een grote autonomie.
Organisatorisch is de
Marnixring opgedeeld in 8 regio's: Midden-Brabant,
Zuid-Brabant, Limburg, Oost-Vlaanderen Noord, Oost-Vlaanderen Zuid,
West-Vlaanderen Noord, West-Vlaanderen Zuid en Zuid-Afrika.
De ringen worden
geïdentificeerd met nummer, naam, bestuurlijk arrondissement en regio binnen de
Marnixring.
De leden gaan met elkaar
om in vriendschap en staan elkaar ten dienste. Verschil in politieke of
filosofische overtuiging is daarbij geen hinder.
Nieuwe leden moeten
worden voorgedragen. Zij worden gekozen omwille van hun engagement. Dit moet
getuigen van actieve betrokkenheid bij de Nederlandstalige cultuurgemeenschap.
Zowel mannen als vrouwen
kunnen lid zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten