De schreve, de grens die de Westhoek
deelt in een West-Vlaams en een Frans-Vlaams gedeelte, is geen etnische grens, maar
een staatkundige grens.
Niet verschillen tussen mensen, maar tegengestelde machtsbelangen van naties
hebben deze “schreve” getrokken.
In de
13-14de eeuw verzette het graafschap Vlaanderen zich tegen de centraliserende politiek
van de koningen van Frankrijk,
leenheren van Vlaanderen (Guldensporenslag 1302). Vlaanderen bleef zelfstandig.
Later kwam Vlaanderen toch in een
groter geheel, de Nederlanden,
die deel uitmaakten van een machtsblok (Bourgondië, later Habsburg) dat in
oppositie was met Frankrijk.
De machtsstrijd tussen deze
blokken heeft de grens tussen Frankrijk en Vlaanderen bepaald. In de 17de
werd het zuidwestelijk deel van het voormalige graafschap Vlaanderen door
Frankrijk geannexeerd. De Westhoek werd verdeeld over twee staten. De steden
Veurne in het noorden en Poperinge in het zuiden werden grenssteden aan deze
kant van de “schreve”.
In het
noordwesten van het door Frankrijk geannexeerde gebied, in de Franse Westhoek,
van Rijsel tot Duinkerke, tussen Leie en de zee, was de moedertaal
Vlaams. Eeuwenlang is Vlamsch daar
de omgangstaal gebleven.
Pas in
de tweede helft van de 20ste eeuw hebben maatschappelijke veranderingen het Vlamsch als omgangtaal teloor
doen gaan. Kinderen liepen langer school. In de scholen werd het Vlamsch
verboden. Wie zijn moedertaal durfde te spreken, werd bestraft. Ook uit de
huisgezinnen verdween het Vlamsch gaandeweg. Vlamingen trouwden meer en meer
met niet-Vlamingen. Frans werd de omgangstaal. Kinderen leerden het Vlamsch
niet meer van hun ouders.
In de
laatste decennia van de twintigste eeuw bloeit de belangstelling voor de Vlaamse herkomst en de Vlaamse taal
echter weer op. Vooral de generatie die als kind nog Vlamsch gesproken
heeft, gaat op zoek naar zijn roots, naar zijn “wettels”. Dit vernieuwd
regionaal bewustzijn past overigens in een breder Europees kader. Overal in
Europa voelen veel mensen, ook jongeren, zich (weer) verbonden met hun regio.
Tegelijk staat men open voor de eigenheid van andere regio's.
Het
streven om taal en cultuur, historisch bewustzijn en gevoel voor eigenwaarde
weer tot leven te brengen werd door Nederlandstaligen uit Vlaanderen en
Nederland ondersteund. Vele initiatieven werden genomen of gesteund door het
Komitee voor Frans-Vlaanderen (opgericht in 1947).
Bronnen:
Poperine
- Dialectproject SIP - Eigen bijdrage SFI
Jozef
Deleu (uitg.), Frans Vlaanderen, Uitgeverij
Lannoo, Tielt en Bussum 1982
Komitee
voor Frans-Vlaanderen, Een halve eeuw werking voor en in
Frans-Vlaanderen, Jubileumboek
1947-1997, KFV Waregem 1997
Geen opmerkingen:
Een reactie posten